De principes en voordelen van passieve gebouwen uitgelegd:
Thermisch comfortabel
Een passief gebouw is extreem goed geïsoleerd uitgevoerd. Daardoor is er vrijwel geen verschil tussen de oppervlaktetemperatuur van de wanden en de binnenlucht en dat ervaren we als comfortabel.
Bovendien is de oppervlaktetemperatuur gelijkmatig, doordat ook de ramen extra goed geïsoleerd zijn (vaak met drie voudige beglazing). Mensen ervaren ook deze “symmetrische temperatuurverdeling” als aangenaam en comfortabel.
Een passief gebouw is bovendien geheel tochtvrij. Zorgvuldige uitvoering van de details moet naadloos (lucht-/kierdicht) aansluiten van de bouwkundige componenten verzekeren. En voor allerlei simpele zaken als bijvoorbeeld brievenbussen bestaan tochtvrij, gesloten oplossingen. Ook tochtvrij zijn ervaren mensen als een grote bijdrage aan het ervaren comfort.
Een passief gebouw zal vrijwel altijd beschikken over balansventilatie met warmteterugwinning. Door dit ventilatie-installatie wordt steeds even veel verse lucht ingebracht als 'vuile' lucht wordt afgezogen. Daardoor kan de warmte van de verwarmde binnenlucht in het stookseizoen worden overgedragen aan de binnengebrachte frisse buitenlucht. Dit is een beproefde techniek die in het buitenland al decennia lang standaard wordt toegepast. Dat betekent dat in het koude seizoen de frisse buitenlucht bijna op kamertemperatuur binnenkomt zonder de kouval die we kennen van ouderwetse roosters boven het raam. Ook dit ervaren we als een grote comfortverbetering.
Een passief gebouw wordt op het zuiden georiënteerd. De zuid oriëntatie maakt benutting van passieve zonnewarmte in het stookseizoen mogelijk. Maar in de zomer is die zuid oriëntatie nog belangrijker om oververhitting te voorkomen. De zonnebaan heeft hiervoor een interessant ingebouwd regelmechanisme. In het zuiden staat de zon in de winter veel lager aan de hemel dan in de zomer. Daardoor kan de winterzon gemakkelijk binnen komen en kan ongewenste zomerzon gemakkelijk worden buiten gehouden.
Een passief gebouw heeft grote ramen aan de zuidkant en vaak kleinere ramen aan de noordzijde en is compact gebouwd om de hoeveelheid geveloppervlak zo beperkt mogelijk te houden.
Een passief gebouw heeft ook interne zonering. Dat wil zeggen dat ruimten waar warmte gewenst is aan de zuidkant liggen. Dat zijn: woonkamers, slaapkamers dus aan de zuidkant. Ruimten die warmte produceren of geen warmte nodig hebben liggen aan de noordkant. Dat zijn: keukens, trappenhuizen, bergplaatsen, garages en dergelijke.
Gezond binnenklimaat
De optimale kierdichting voorkomt infiltratie van ongefilterde buitenlucht zodat luchtjes, pollen en stofdeeltjes uit de lucht worden gefilterd voordat deze wordt binnengeblazen. Net als in een personenauto worden deze opgevangen door een (koolstof-)filter dat bij het onderhoud wordt vervangen. De binnenlucht is hierdoor van een betere kwaliteit dan de buitenlucht, iets waar mensen met gevoelige luchtwegen veel baat bij blijken te hebben. Voor astma patiënten is er nog de mogelijkheid om een fijnstoffilter te plaatsen, waardoor ook de kleinste deeltjes worden gefilterd.
Laagste energievraag (Trias Energetica)
Een passief gebouw heeft de laagste energievraag vergeleken met andere concepten. Met de PHPP wordt tot 0,5kWh per vierkante meter op jaarbasis nauwkeurig berekend hoe hoog (lees: laag) deze uitkomt. Door deze lage energievraag is een passief gebouw eenvoudig energieneutraal of nul op de meter te maken. Wat je niet verbrukt hoef je immers ook niet op te wekken, op te slaan of met de salderingsregeling te verrekenen met je netbeheerder. PassiefBouwen komt maximaal tegemoet aan de Trias Energetica.
Lage exploitatiekosten (TCO: Total Cost of Ownership)
Door de eerder genoemde lage energievraag is er voor de lokaalverwarming nauwelijks nog een verwarmingsinstallatie nodig. Zeker gebouwtypen van beton of steen die een grote thermische buffer hebben vrijwel geen temperatuurschommelingen tussen dag en avond waardoor er niet hoeft te worden bijgestookt. Lichtere gebouwen kunnen bij een zonnige dag ‘s-avonds wel een graad verwarmingsbehoefte hebben, maar ook hiervoor is maar heel weinig verwarmingsvermogen nodig. Omdat hierdoor de verwarmingsinstallatie en het afgisftesysteem grotendeels achterwege kan blijven dalen de exploitatiekosten. Minder onderhoud en op termijn ook geen vervanging van een ketel komt ten goede van de TCO. Hierdoor scoort een passief gebouw qua TCO lager dan gebouwconcepten die zich meer richten op techniek.
Samengevat:
Een passief gebouw:
- is thermisch comfortabel door zeer goede isolatie en kierdichting en het ontbreken van thermische bruggen (ook wel koudebruggen genoemd);
- heeft door de lage infiltratie van buitenlucht en gebalanceerde ventilatie met koolstof (en soms fijnstof) filters een zeer goede kwaliteit binnenlucht;
- heeft een verwaarloosbaar lage warmtebehoefte met als gevolg een extreem laag energiegebruik.